Als je vlak bij een sportpark woont en ineens te horen krijgt dat daar vier padelbanen komen, plus een parkeerplaats tegenover je huis, dan wil je misschien bezwaar maken. Je maakt je zorgen over geluid, drukte en je uitzicht. Dat lijkt logisch. Maar wat als de gemeente zegt dat je geen belanghebbende bent? Precies dat speelde onlangs in Bergen op Zoom.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant oordeelde recent dat een bewoonster géén belanghebbende was bij de omgevingsvergunning voor de aanleg van padelbanen op een sportpark tegenover haar woning. De voorzieningenrechter volgde daarmee het standpunt van de gemeente.
Volgens de wet (artikel 1:2 Awb) mag je alleen bezwaar maken als je een rechtstreeks, persoonlijk en voldoende concreet belang hebt bij een besluit. Dat noemen we het ‘belanghebbendenbegrip’.
Opvallend was dat de voorzieningenrechter zich in deze zaak genoodzaakt zag om te toetsen of het belanghebbendenbegrip nog wel dezelfde betekenis heeft sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De voorzieningenrechter kwam tot de conclusie dat dit begrip onder de nieuwe Omgevingswet niet is veranderd. Dat betekent dat de rechtspraak die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de hoogste bestuursrechter in Nederland) daarover eerder onder het oude recht heeft ontwikkeld, nog steeds leidend is. Een belangrijk criterium daarbij is of je gevolgen van enige betekenis ondervindt van een vergunde activiteit. Denk aan geluid, geur, licht of verkeersdrukte, maar ook afstand en zicht spelen een rol.
In dit geval woonde de bewoonster die bezwaar had tegen de komst van de nieuwe padelbanen op ongeveer 250 meter. Tussen haar woning en het sportpark lagen een drukke weg, andere sportvelden, een atletiekbaan met tribune én veel groen. Volgens de rechter had zij geen direct zicht op de padelbanen en zou het geluid nauwelijks hoorbaar zijn. De nieuwe parkeerplaatsen die als gevolg van de komst van de padelbanen zouden worden gerealiseerd en waar zij ook over klaagde, vormden geen onderdeel van de vergunning te zijn. Daarmee ontbraken volgens de voorzieningenrechter de ‘gevolgen van enige betekenis’ die nodig zijn om als belanghebbende te worden aangemerkt. Dat haar perceel in de buurt van het sportpark ligt, was niet genoeg. De fysieke en ruimtelijke scheiding daartussen was te groot.
Deze uitspraak laat zien dat de drempel om bezwaar te maken onder de Omgevingswet niet is gewijzigd. Woon je verder van een project af en zijn de gevolgen beperkt, dan heb je juridisch gezien misschien geen mogelijkheid om bezwaar te maken. Dat geldt voor alle ‘omwonenden’ particulieren, maar ook voor ondernemers/bedrijven uit de buurt. Tegelijkertijd betekent dit dus voor de initiatiefnemers van (bouw)projecten dat bezwaren van omwonenden niet automatisch inhoudelijk behandeld hoeven te worden.
Volledigheidshalve wijs ik er nog wel op dat het in dit geval gaat om een uitspraak van de rechtbank. De Afdeling moet zich nog uitlaten over dit vraagstuk.
Wil je weten of jij belanghebbende bent bij een ontwikkeling in jouw buurt? Of wil je als initiatiefnemer een bezwaar van tafel krijgen? Neem dan contact op met een van onze specialisten.