Bestuurdersaansprakelijkheid wegens selectieve wanbetaling

Enige tijd geleden is door de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een interessante zaak over bestuurdersaansprakelijkheid wegens selectieve wanbetaling van een vordering van één schuldeiser.  

 

Wat speelde er?

De eisende partij – EMS – had een rechtsgeldig pandrecht op een vordering van Bizniz op 'de Onderneming' (geanonimiseerd). Nadat Bizniz failliet was gegaan, heeft EMS als pandhouder de Onderneming op 23 april 2019 gedagvaard en betaling van de openstaande facturen van Bizniz gevorderd.

Enige tijd later – op 1 juli 2019, toen de procedure tussen EMS en de Onderneming reeds aanhangig was – hebben de bestuurders van de Onderneming de bedrijfsactiviteiten van de Onderneming gestaakt en het bedrijf verkocht. De verkoopopbrengst werd door de Onderneming volgens haar bestuur gebruikt om 'bestaande en niet-betwiste vorderingen (deels) te kunnen voldoen'. De vordering van EMS werd daarbij door (het bestuur van) de Onderneming geheel buiten beschouwing gelaten.

Ondertussen liep de procedure tussen EMS en de Onderneming gewoon door. Op 2 februari 2021 werd de Onderneming door de rechtbank veroordeeld om aan EMS een bedrag van €85.202,62,- te voldoen, te vermeerderen met rente en kosten. EMS zag zich op dat moment echter geconfronteerd met een onverhaalbare vordering op de Onderneming, aangezien de Onderneming op dat moment reeds 'leeg was'.

EMS heeft daarom de (middellijk) bestuurders van de Onderneming (hoofdelijk) aansprakelijk gesteld voor de schade die EMS lijdt als gevolg van de selectieve wanbetaling door de Onderneming. EMS stelt zich daarbij op het standpunt dat de bestuurders van de Onderneming een onrechtmatige daad jegens haar hebben begaan door haar vordering onbetaald te laten en te bewerkstelligen dat de Onderneming geen verhaal meer biedt.

 

Beoordeling rechtbank

De rechtbank stelt EMS in het gelijk en veroordeelt de (middellijk) bestuurders hoofdelijk tot betaling van een bedrag van €99.999,00,- aan EMS, te vermeerderen met rente en kosten.

Redengevend daarvoor is dat de rechtbank van oordeel is dat (het bestuur van) de Onderneming wél rekening had moeten houden met de vordering van EMS bij 'het verdelen van de verkoopopbrengst'. Door alle crediteuren – waarbij de bestuurders overigens zelf de grootste crediteuren van de Onderneming waren – bij de bedrijfsbeëindiging te betalen, met uitzondering van EMS, heeft (het bestuur van) de Onderneming zich schuldig gemaakt aan selectieve wanbetaling, aldus de rechtbank. De vordering van EMS mocht bij de verdeling van de baten van de verkoopopbrengst niet buiten beschouwing worden gelaten.

Voorts is de rechtbank van oordeel dat de bestuurders een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt van de selectieve wanbetaling. Het gaat volgens de rechtbank hier niet om slechts een verkeerde risico-inschatting, maar het bestuur van de Onderneming heeft er willens en wetens voor gezorgd dat EMS geen deel van haar vordering nog betaald zou kunnen krijgen. De bestuurders van de Onderneming hebben in feite eigen rechter gespeeld door ervoor te zorgen dat EMS, ongeacht de uitkomst van de door haar tegen de Onderneming aangespannen procedure, haar vordering niet meer zou kunnen innen. 

 

Verweer gedaagden

Het verweer van gedaagden dat zij bij de verdeling van de baten van de verkoopopbrengst slechts rekening hoefden te houden met bestaande en niet-betwiste vorderingen, kan volgens de rechtbank niet slagen. Weliswaar bestond er ten tijde van het verdelen van de baten van de verkoopopbrengst een geschil tussen EMS en de Onderneming over de vordering van EMS op de Onderneming – en dus stond die vordering nog niet in rechte vast – maar gedaagden hadden er volgens de rechtbank wel degelijk rekening mee moeten houden dat ten minste een groot deel van die vordering betaald zou moeten worden.

 

Onrechtmatig handelen

Door de vorderingen van de andere crediteuren wél te voldoen en geen rekening te houden met de vordering van EMS bij de verdeling van de baten van de verkoopopbrengst, hebben de bestuurders van de Onderneming ervoor gezorgd dat de Onderneming haar verplichting jegens EMS niet kan nakomen en ook geen verhaal biedt. De bestuurders van de Onderneming hebben aldus onrechtmatig gehandeld jegens EMS en dienen de daardoor veroorzaakte schade aan EMS te vergoeden.

 

Conclusie

In de praktijk leidt selectieve (wan)betaling meer dan eens tot bestuurdersaansprakelijkheid. Zo ook in de in deze blog besproken uitspraak.

Wanneer een onderneming in financieel zwaar weer verkeert, doet het bestuur van die onderneming er verstandig aan om zéér terughoudend om te gaan met het selectief betalen van crediteuren en bij twijfel tijdig juridisch advies in te winnen. Doet men dat niet, dan ligt bestuurdersaansprakelijkheid op de loer. 

Vragen?

Heeft u vragen over dit onderwerp, neemt u dan contact op met een van onze specialisten.

Tim van Ballegooij

Tim van Ballegooij

25 mei 2023

Tim van Ballegooij

Arrow

HEEFT U VRAGEN OF BENT U OP ZOEK NAAR JURIDISCH ADVIES?

Laat hieronder uw gegevens achter en geef aan wat uw vraag is. U wordt dan zo spoedig mogelijk geholpen door een van onze specialisten.

trc-advocaten-website016

Speciaal voor ondernemers en de mens erachter

Samenwerken; niet vóór u maar mét u

Eerlijk advies van onze specialisten