De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wet Herziening Partneralimentatie. Door de aanname van de Wet Herziening Partneralimentatie wordt de duur van de alimentatieplicht fors ingekort. In plaats van een standaard termijn van twaalf jaar geldt de verplichting tot levensonderhoud van de ex-partner voortaan voor de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar.
Hierop zijn twee nog wettelijke uitzonderingen mogelijk, te weten in geval van langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen.
In geval van huwelijken die langer dan 15 jaar hebben geduurd, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd, is de duur van de partneralimentatie maximaal 10 jaar. Alimentatiegerechtigden van 50 jaar en ouder die langer dan 15 jaar zijn getrouwd, hebben recht op 10 jaar alimentatie. Deze extra maatregel vervalt echter na zeven jaren.
Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal 12 jaar.
Tot slot is een hardheidsclausule opgenomen voor schrijnende gevallen. Indien de beëindiging van de alimentatie als gevolg van het verstrijken van de termijn van zo ingrijpende aard is dat ongewijzigde handhaving hiervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van de alimentatiegerechtigde, kan de rechter op verzoek van de alimentatiegerechtigde een nadere termijn vaststellen.
De nieuwe regels treden per 1 januari 2020 in werking. De verkorting van de duur van de partneralimentatie zal gaan gelden voor de “nieuwe gevallen”. Voor per 1 januari 2020 al bestaande alimentatieverplichtingen blijft de huidige maximale duur gelden.