Geïnvesteerd in de woning van uw ex-partner?
Ongehuwde samenwoners zonder samenlevingsovereenkomst hebben niets geregeld over de financiële afwikkeling ingeval van een relatiebreuk. Niet voor niets wordt deze groep ook wel “ongeregelde samenwoners” genoemd. Maar hoe moeten zij dan afwikkelen als zij uit elkaar gaan? Waar heeft men recht op indien de een in de woning van de ander heeft geïnvesteerd?
Die vraag werd in 2019 aan de Hoge Raad voorgelegd
Partijen woonden ongehuwd samen in de woning van de man, er was geen samenlevingsovereenkomst. De vrouw had geld dat zij van haar moeder had gekregen, geïnvesteerd in een verbouwing van de woning.
Toen partijen uit elkaar gingen, vorderde de vrouw haar investering terug. Zij meende dat zij een vergoedingsrecht had op de man ten bedrage van het geïnvesteerde geld.
Rechtsgronden
Hoewel de vordering van de vrouw gevoelsmatig kan worden begrepen, deed de vraag zich voor op welke rechtsgronden het standpunt van de vrouw dan precies was gebaseerd?
De Hoger Raad stelde eerst vast dat de regels zoals die voor gehuwden gelden, niet analoog op samenwoners kunnen worden toegepast. Ook de regels die gelden bij de verdeling van gemeenschappelijke zaken zijn niet van toepassing , de woning was immers niet gemeenschappelijk, maar behoorde volledig in eigendom toe aan de man.
Algemeen verbintenissenrecht
Wat vervolgens nog resteerde was dat er in een dergelijke situatie volgens de Hoge Raad enkel kan worden teruggevallen op het algemeen verbintenissenrecht. Een algemeen rechtsgebied dat niet specifiek voor samenwoners is ontwikkeld.
Op grond daarvan dient dan eerst te worden beoordeeld of partijen een overeenkomst hadden waar de vrouw haar vordering aan zou kunnen ontlenen. Nu partijen noch een samenlevingsovereenkomst hadden noch enig andere overeenkomst over terugbetaling van het geïnvesteerde bedrag, ging die vlieger niet op.
Vervolgens baseerde de vrouw haar vordering tot teruggave van het geïnvesteerde bedrag op ongerechtvaardigde verrijking of onverschuldigde betaling.
De Hoge Raad vond echter dat de man niet was verrijkt door de investering van de vrouw omdat de man die investering zelf nooit zou hebben verricht (en daar bovendien het geld niet voor had) zodat er geen sprake was van een “besparing” van kosten aan de zijde van de man.
Redelijkheid en billijkheid
Wat uiteindelijk nog resteerde voor de vrouw was de mogelijkheid om een beroep te doen op de juridische noodrem van “redelijkheid en billijkheid”. Dit beginsel impliceert dat partijen zich onderling aldus dienen te gedragen dat daar geen onaanvaardbare gevolgen van komen.
Daarvoor was het wel van belang dat er feiten en omstandigheden zouden worden aangedragen die zo bijzonder zijn dat dit een vergoedingsrecht van de vrouw op de man op zou leveren.
In dit voorbeeld slaagde de vrouw daar niet in, zij bleef met lege handen achter….
Liefde maakt blind
Dit voorbeeld laat zien dat zaken die wellicht vanzelfsprekend lijken, in de praktijk anders uit kunnen pakken.
Als familierechtspecialisten weten wij dat liefde blind kan maken. Toch is het verstandig u goed te laten voorlichten en adviseren over de gevolgen van samenwonen. Zo kunt u problemen achteraf voorkomen.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie, neem dan contact op met één van onze familierechtspecialisten. Wij helpen u graag.