Kennis | TRC Advocaten

Houdt kapvergunning voor 267 bomen langs het spoor Eindhoven-Den Bosch stand?

Geschreven door Mark van den Hoff | 27-nov-2023 15:19:40

Op 15 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak gedaan in een  zaak betreffende een door het college van burgemeester en wethouders van Vught op 21 september 2022 aan ProRail B.V.  verleende omgevingsvergunning voor het kappen van 267 bomen aan de oostzijde van het spoor tussen Den Bosch en Eindhoven.

 

Kappen noodzakelijk?

Het kappen van deze bomen is volgens het college noodzakelijk voor de uitvoering van het Tracébesluit Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren-Boxtel. Een inwoonster van Vught is rechtstreeks in beroep gekomen bij de Afdeling. Ze heeft onder andere aangevoerd dat uit de vergunning niet duidelijk blijkt welke bomen gekapt mogen worden. Volgens de inwoonster is de vergunning teveel een zoekplaatje geworden.

 

Afdeling ziet door de bomen het bos niet meer

De Afdeling deelt dit standpunt en overweegt dat  door de hoeveelheid bomen die dichtbij elkaar staan aan de Stationsstraat en omdat op de situatietekening bij de vergunning niet duidelijk is aangegeven welke bomen mogen blijven staan, het onduidelijk is welke bomen wel en welke bomen niet mogen worden gekapt. Daar komt nog bij dat twee bomen ontbreken op de situatietekening en kan dit niet worden aangemerkt als een verschrijving. Hierdoor is de omgevingsvergunning in strijd met het rechtzekerheidsbeginsel, aldus de Afdeling.

Volgens de inwoonster is ook onvoldoende onderbouwd waarom het nodig is dat de bomen moeten worden gekapt en geldt dit in het bijzonder voor zeven bomen in de Stationsstraat. De Afdeling oordeelt dat bij de vraag of het kappen van bomen noodzakelijk is, mocht worden uitgegaan van de gegevens die ten grondslag zijn gelegd aan het Tracébesluit en geen rekening hoefde te worden gehouden met de mogelijkheid dat in de uitvoeringsfase blijkt dat een enkele boom wellicht toch mag blijven staan. Dit laatste is immers niet iets waarmee bij het verlenen van de vergunning al rekening kon worden gehouden. Hier volgt de Afdeling de inwoonster dus niet.

 

Voorschrift 

Het college heeft verder aan de vergunning het voorschrift verbonden dat geen gebruik mag worden gemaakt van de kapvergunning voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de beroepsprocedure tegen de vaststelling van het Tracébesluit Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren-Boxtel. In beroep voert de inwoonster aan dit voorschrift onvoldoende is.

Volgens de Afdeling is in dit voorschrift niet omschreven wat de uitkomst van de uitspraak moet zijn om gebruik te mogen maken van de kapvergunning. Het college heeft uitgelegd dat bedoeld is dat  van de kapvergunning gebruik kan worden gemaakt wanneer de uitspraak inhoudt dat het Tracébesluit niet wordt vernietigd. Maar dat staan niet in het voorschrift. Gelet hierop is volgens de Afdeling de kapvergunning in strijd met artikel 3:2 Algemene wet bestuursrecht onvoldoende zorgvuldig voorbereid. Dus ook hier krijgt de inwoonster gelijk.

 

Beslissing 

De Afdeling verklaart het beroep gegrond, vernietigt de kapvergunning en draagt het college op om binnen 20 weken  een nieuw besluit op de aanvraag voor een kapvergunning te nemen.

 

Nieuwe ronde nieuwe kansen

De inwoonster haalt in deze ronde haar gelijk, maar zal in de volgende ronde waarschijnlijk het onderspit delven.  Indien het college bij het nieuw te nemen besluit op de aanvraag om een kapvergunning een situatietekening bijvoegt waarop duidelijk is aangegeven welke bomen wel en welke niet mogen worden gekapt en het voorschrift met betrekking tot het gebruik van de kapvergunning beter formuleert, ligt het voor de hand dat dat nieuwe besluit de toets van de Afdeling wel kan doorstaan.