Nieuwe wetgeving consumentenkoop gevolgen voor de autobranche
Er staat een nieuwe wet voor consumentenkooprecht klaar: Richtlijn 2019/770 inzake overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en
diensten en Richtlijn 2019/771 inzake consumentenkoop. De Nederlandse wetgever heeft met wat vertraging een implementatiewet gepubliceerd, die inmiddels vrijwel het gehele wetgevingsproces heeft doorlopen. Met de wet wil men de nationale consumentenbeschermingsregimes in verschillende EU-landen gelijktrekken. Hierdoor moet de handel door bedrijven aan consumenten in de hele EU makkelijker worden. Twee onderwerpen in het bijzonder hebben verstrekkende gevolgen voor de B2C autobranche: de bewijslast en de commerciële garanties. Deze onderwerpen worden hieronder door Ahmad Qurishi besproken.
Non-conformiteit
Een belangrijk onderwerp voor zowel kopers als verkopers, is conformiteit: de auto die de verkoper aflevert, moet aan de overeenkomst beantwoorden. In de huidige wetgeving is daarover in het algemeen bepaald dat de auto de eigenschappen moet bezitten die de koper op grond van de gemaakte afspraken mocht verwachten. Het gaat dan niet alleen om eigenschappen die bij normaal gebruik van de auto nodig zijn, maar ook om eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik. Indien de koper van mening is dat de afgeleverde auto niet voldoet aan deze vereisten, is de hoofdregel dat de koper dit zal moeten stellen en – bij voldoende betwisting door de verkoper – ook zal moeten bewijzen. Dit zijn momenteel de bewijsregels.
De wetgever komt de consumentkoper ook tegemoet door in de wet een bewijsvermoeden op te nemen. Het bewijsvermoeden werkt als volgt. Als het binnen zes maanden na aflevering duidelijk wordt dat de auto afwijkt van dat wat is overeengekomen, wordt op grond van de wet vermoed dat de zaak al bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Het is dan vervolgens aan de verkoper om te bewijzen dat de zaak, toen deze werd afgeleverd, wél aan de overeenkomst heeft beantwoord. De indruk bestond in de praktijk dat de verkoper gedurende deze termijn diende in te staan voor elk gebrek. In kringen van de BOVAG werd al gesproken over een ‘’wettelijke garantie’’. Deze definitie is echter onjuist. Het bewijsvermoeden bevat namelijk niet meer dan een regel van bewijsrecht.
Maar wat gaat er veranderen?
In de Richtlijn is bepaald dat elk conformiteitsgebrek dat binnen een termijn van één jaar vanaf de levering van de goederen aan het licht komt, wordt geacht ten tijde van de levering al te hebben bestaan. Dit is anders als de verkoper aantoont dat het vermoeden onverenigbaar is met de aard van de goederen of de aard van het conformiteitsgebrek. Dat betekent concreet dat het huidige opgenomen bewijsvermoeden van een half jaar in de nieuwe wetgeving zal worden verlengd tot een jaar. Dat betekent dat bijvoorbeeld de huidige standaard BOVAG Garanties (6 maanden) onbruikbaar worden, en verlengd moeten worden naar 12 maanden. Dit met als gevolg dat claims van kopers toenemen waar je als autobedrijf op voorbereid moet zijn. Extra belangrijk wordt om te werken met hand-over (afleverbewijzen) documenten om discussies - over gebreken die al dan niet reeds ten tijde van de aflevering bestonden – zo veel mogelijk te vermijden.
En dit is nog niet alles
Voor autoverkoper die aan hun kopers een commerciële garantie verstrekken is het goed om te weten dat de Richtlijn voorziet in een aantal vereisten. Zo wordt bepaald dat de verkoper het garantiebewijs aan de consument moeten verstrekken op een duurzame gegevensdrager. Denk hierbij op papier, usb-sticks of e-mail. Autobedrijven die op hun koopovereenkomst en/of factuur slechts vermelden dat de auto is verkocht met garantie, schieten dus tekort.
Voorts moet het garantiebewijs zijn opgesteld in duidelijke en begrijpelijke taal en moet verder het volgende bevatten:
- een duidelijke verklaring dat de consument bij wet recht heeft op kosteloze remedies van de verkoper in geval van een conformiteitsgebrek van de goederen en dat die remedies niet worden aangetast door de commerciële garantie;
- de naam en het adres van de garant;
- de procedure die de consument moet volgen om de uitvoering van de commerciële garantie te verkrijgen;
- de aanduiding van de onder de commerciële garantie vallende goederen; en
- de commerciële garantievoorwaarden.
En wat als de verkoper geen garantiebewijs verstrekt aan de consumentkoper? Een mogelijk gevolg is dat de koper kan vorderen dat een garantiebewijs met bovengenoemde gegevens wordt verstrekt. Ook is niet uitgesloten dat het achterwege laten van de vermelding van de rechten en vorderingen die de koper toekomen ertoe leidt dat de verkoper niet onverkort een beroep kan doen op het eventueel verstrijken van termijnen waarbinnen op die rechten en vorderingen een beroep moet worden gedaan.
CONCLUSIE
Kortom, in het consumentenkooprecht zijn enkele belangrijke
veranderingen tot stand gebracht, die ook het Nederlandse privaatrecht
hebben gewijzigd. Het doel van de nieuwe regelgeving is niet alleen verdergaande consumentenbescherming, maar ook het gelijktrekken van de consumentenkoopregels binnen Europa en het daarmee makkelijker maken van internationale handel. Of de autohandel dezelfde mening is toegedaan, is maar de vraag.