Onderzoek naar beleid en gang van zaken Funda

Op 17 februari 2023 heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad de conclusie genomen in de zaak die speelt tussen onder meer de NVM en FundaBelang c.s.

 

De casus

De casus bij de Hoge Raad draait om het cassatieberoep tegen de beschikking van de Ondernemingskamer tot onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij Funda. 
Daarbij heeft de NVM principaal cassatieberoep ingesteld, de NVM Holding incidenteel cassatieberoep en FundaBelang c.s. voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep. De procureur-generaal concludeert na uitgebreide overwegingen, dat deze beroepen afgewezen dienen te worden.

De zaak gaat over Funda en de door haar geëxploiteerde gelijknamige internetsite, waarop woningen en andere onroerende zaken worden aangeboden. Deze site heeft zich sinds haar start in 2000 ontwikkeld tot één van de meest succesvolle internetplatforms van Nederland. Partijen verschillen van mening over de toekomst van Funda.

 

Verschil van inzicht

Aandeelhouders van Funda zijn NVM holding B.V. en Stak Funda. NVM c.s. meent dat Funda zich bij het bepalen van haar strategie dient te richten naar de belangen van NVM en haar leden. Funda vindt dat zij, om succesvol te blijven, autonome strategieën moet kunnen bepalen. STAK Funda en FundaBelang c.s. zijn het daarmee eens en willen met het aantrekken van een strategisch investeerder de kans krijgen hun certificaten tegen een reële waarde te verkopen.

 

Oordeel van de Ondernemingskamer

Partijen worstelen al jaren met deze deels tegengestelde belangen, maar zijn er niet in geslaagd een oplossing te vinden, aldus de Ondernemingskamer in haar beschikking van 10 februari 2022. Daarmee heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat het onvermogen van NVM Holding c.s. om in de gegeven omstandigheden een helder besluit te nemen over de toekomst van de aandeelhoudersstructuur, de positie van Funda en een mogelijke exit voor de certificaathouders, in toenemende mate een wissel trekt op de verhoudingen binnen Funda en een belemmering vormt voor het bestendige succes van de door Funda gedreven onderneming een gegronde reden geeft om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Funda, die een onderzoek rechtvaardigt. Daarmee heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen vanaf 22 september 2016, het moment waarop NVM de Nota Toekomstvisie presenteerde.

Het vertrekpunt voor de Ondernemingskamer is dat certificaathouders een gerechtvaardigd belang hebben bij een optimalisatie van de waarde van hun certificaten. Als Funda conform de door haar (bestuur) voorgestane strategie optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden die haar platform biedt om nieuwe diensten aan te bieden, zou een optimalisatie van die waarde in de lijn der verwachtingen liggen. En dat zo’n optimalisatie van die waarde zich qua omvang laat relateren aan de al door geïnteresseerde investeerders ingeschatte waarde van Funda.

Alsdan speelt, aldus de OK, dat indien NVM Holding c.s. ervoor kiest ten behoeve van NVM-leden beperkingen te stellen aan de vrijheid van Funda’s bestuur om Funda-strategie te bepalen en zij daarmee het genoemde optimale gebruik verhinderen, dit in de weg staat aan de optimalisatie van de waarde van certificaten. En dat in dat geval NVM Holding c.s. gezien die (ook) voor de certificaathouders nadelige consequentie van hun handelswijze op passende wijze rekening zullen hebben te houden met dat gerechtvaardigde belang van de certificaathouders, op dat laatstgenoemden alsnog zo’n optimalisatie van die waarde (oftewel de reële waarde van de certificaten) kunnen realiseren. En wel door de certificaathouders een exit-mogelijkheid te bieden, die recht doet aan de door die geïnteresseerde investeerders ingeschatte waarde van Funda, wat insluit dat de certificaathouders daarop dan dus ook aanspraak kunnen maken jegens NVM Holding c.s. Aldus stelt dat gerechtvaardigde belang van de certificaathouders een beperking aan de vrijheid van NVM Holding c.s. om hun zeggenschap over Funda te gebruiken om de belangen van de NVM-leden te dienen.
 

 

CONCLUSIE

De procureur-generaal geeft aan dat de overweging van de OK geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting of een oordeel dat zonder nadere motivering onbegrijpelijk is en concludeert tot afwijzing van deze klacht. De Hoge Raad zal nu de knoop door moeten hakken waarbij veelal de conclusie van de procureur- generaal gevolgd wordt.

 

Vragen?

Heeft u nog vragen over schending aandeelhoudersbelangen of wilt u advies over dit onderwerp, neem dan contact op met een van onze specialisten

Jeroen Hellendoorn

Jeroen Hellendoorn

13 april 2023

Jeroen Hellendoorn

Arrow

HEEFT U VRAGEN OF BENT U OP ZOEK NAAR JURIDISCH ADVIES?

Laat hieronder uw gegevens achter en geef aan wat uw vraag is. U wordt dan zo spoedig mogelijk geholpen door een van onze specialisten.

trc-advocaten-website016

Speciaal voor ondernemers en de mens erachter

Samenwerken; niet vóór u maar mét u

Eerlijk advies van onze specialisten