Kennis | TRC Advocaten

Relativiteitsvereiste in het bestuursrecht

Geschreven door Mark van den Hoff | 30-mrt-2022 19:19:06

Artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht vereist dat er een verband moet bestaan tussen een beroepsgrond en het belang waarin een rechtszoekende dreigt te worden geschaad.

In deze zaak (Raad van State 16 maart 2022) ging dat mis voor de rechtszoekenden. Zij kwamen op tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop strekkende tot het slopen van een woning en het bouwen van een vervangende woning. Dit was nodig vanwege een wijziging van een rotonde en de ontsluitingsstructuur van de Nieuwveenseweg (N231).

De rechtszoekenden wonen op een afstand van respectievelijk 25 en 15 meter van het plangebied en zijn van mening dat het college ten onrechte hogere waarden in het kader van de regeling in artikel 83 Wet geluidshinder heeft vastgesteld bij de vervangende woning. Ook gaat het akoestisch rapport volgens hen uit van verkeerde uitgangspunten.

De Afdeling maakt met toepassing van artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht korte metten hun argumentatie: omdat zij niet de toekomstige bewoners zijn van de woning strekt deze regeling kennelijk niet tot de bescherming van hun belangen.

In een uitvoerige uitspraak van 11 november 2020 heeft de Afdeling een overzicht op hoofdlijnen gegeven van haar oordelen betreffende de toepassing van artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht in het omgevingsrecht. Deze uitspraak is verplichte kost als het over dit artikel gaat.

Omdat artikel 8:69a Awb niet van toepassing is in de fase van bestuurlijke besluitvorming kon het college overigens eerst in beroep bij de Afdeling dit artikel in stelling brengen en had daarmee meteen succes.