In deze blog bespreek ik een uitspraak die gaat over het bestemmingsplan ‘Landelijk Gebied, locatie Lentsesteeg zuid 2019’ dat de gemeenteraad van Rheden (hierna: de gemeente) heeft vastgesteld. Dit plan gaat echter nog niet door, omdat de gemeente ter onderbouwing daarvan gebruik maakt van een adviesrapport dat niet toereikend blijkt te zijn. Hieronder leest u waarom.
Het bestemmingsplan maakt de bouw van twee woningen en een groensingel mogelijk aan de Lentsesteeg. De eigenaren van een nabijgelegen boomgaard zijn het echter niet eens met dit plan en stellen daarom beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling). Zij vrezen in hun bedrijfsvoering te worden beperkt omdat het woon- en leefklimaat van toekomstige bewoners van de nieuwe woningen mogelijk wordt aangetast door de gewasbeschermingsmiddelen die in de boomgaard worden gebruikt.
In een tussenuitspraak van 3 november 2021 bepaalde de Afdeling al in deze zaak dat de gemeente het bestemmingsplan niet zorgvuldig heeft vastgesteld. Volgens de Afdeling is niet duidelijk waarom een groensingel tussen de laatste bomenrij van de boomgaard en de nieuwe woningen voldoende bescherming biedt tegen de in de boomgaard gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. Kan de groensingel een aanvaardbaar woon- en leefklimaat garanderen voor toekomstige bewoners van de nieuwe woningen? Er is dus sprake van een motiveringsgebrek. Met toepassing van artikel 8:51a Algemene wet bestuursrecht (de zogenaamde bestuurlijke lus) biedt de Afdeling de gemeente de mogelijkheid om dit gebrek te herstellen (lees: goed te onderbouwen/motiveren).
De gemeente pakt dit op en schakelt een adviesbureau in om te onderzoeken of de groensingel voldoende bescherming biedt. Volgens het adviesbureau is dit het geval, de conclusie is dat sprake is van een ruimtelijk aanvaardbaar woon- en leefklimaat met het oog op de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen binnen de boomgaard, omdat het plangebied (lees: de nieuwe woningen) op meer dan 5 meter van het gewasperceel ligt.
De eigenaren van de boomgaard zijn het ook niet eens met het gewijzigde plan en de nadere onderbouwing daarvan en vinden dat de gemeente het motiveringsgebrek niet heeft hersteld. De gemeente heeft het plan namelijk gewijzigd naar aanleiding van een onderzoeksrapport waarin gebruik is gemaakt van het verspreidingsmodel van de European Safety Autohority (hierna: EFSA-model).
In een recente uitspraak van de Afdeling van 19 oktober 2022 is de bruikbaarheid van het EFSA-model voor de beoordeling van veilig te achten afstanden tussen percelen met gevoelige functies en agrarische percelen met hoogstam fruitteelt al aan de orde geweest. De Afdeling heeft toen overwogen dat het EFSA-model te veel onzekerheden kent om op verantwoorde wijze te bepalen of het gebruik van dat EFSA-model leidt tot een voldoende betrouwbare inschatting van de in het daar voorliggende plan veilig te achten afstanden ten opzichte van de spuitzone(s).
Ook in deze zaak concludeert de Afdeling dat wat het gebruikte EFSA-model betreft dezelfde kritiekpunten gelden zoals aan de orde zijn in de uitspraak van 19 oktober 2022. Van belang is ook dat het rapport van het adviesbureau vermeldt dat het gebruikte EFSA-model geen inzicht biedt in de blootstellingsrisico’s voor kinderen jonger dan één jaar, geen inzicht geeft in de cumulatieve effecten van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen noch in de eventuele gecombineerde werking tussen gewasbeschermingsmiddelen onderling. Ten slotte is het niet mogelijk om afscherming van drift (de verwaaide druppels van spuitvloeistof) door middel van een haag of een scherm te modelleren. De conclusies uit het rapport van het adviesbureau konden daarom niet dienen als onderbouwing van het gewijzigde plan.
Dit betekent dat de gemeente niet inzichtelijk heeft gemaakt dat met het gewijzigde plan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor toekomstige bewoners gegarandeerd is. De Afdeling is daarom van oordeel dat de gemeente de tekortkoming in het eerdere bestemmingsplan niet heeft hersteld. Dit houdt in dat het beroep van de eigenaren van de boomgaard gegrond is en het bestemmingsplan wordt vernietigd.
Het opmerkelijke aan deze zaak is dat de gemeente het bestemmingsplan wijzigt op basis van een adviesrapport waarvan men zich op voorhand kan afvragen of de inhoud daarvan wel toereikend is. Het rapport van het adviesbureau maakt namelijk, naar aanleiding van de gebruikte onderzoek methode, een aantal voorbehouden. Het biedt bijvoorbeeld geen inzicht in risico’s voor kinderen onder de één jaar.
In hoeverre kan met een dergelijk adviesrapport dan onderbouwd worden dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor toekomstige bewoners van de nieuwe woningen gegarandeerd is? Vooralsnog gaat het plan dus niet door en de gemeente zal terug moeten naar de tekentafel.