Het Gerechtshof Amsterdam heeft in een uitspraak van 16 februari 2021 geoordeeld dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo werken op basis van een arbeidsovereenkomst. Zij zijn dus werknemer en geen zzp’er. Erik Vannisselroy bespreekt deze belangrijke uitspraak.
Deliveroo is in juni 2015 in Nederland begonnen met haar activiteiten. Via een digitaal platform worden onafhankelijke restaurants middels een bestel- en betaalsysteem gekoppeld aan klanten. Deliveroo biedt daarbij een online maaltijdbestel- en betaalsysteem aan, alsmede een bezorgdienst van de restaurants naar de klanten. Tot medio 2018 waren de bezorgers van Deliveroo werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Sindsdien kunnen zij alleen nog op basis van een opdrachtovereenkomst werken, dus als zzp’er. FNV is een procedure gestart - een zogeheten collectieve actie - en heeft een verklaring voor recht gevorderd dat de bezorgers van Deliveroo in werkelijkheid werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Nadat de kantonrechter deze vordering heeft toegewezen is Deliveroo in hoger beroep gegaan.
Hierover heeft de Hoge Raad recent (6 november 2020) een uitspraak gedaan. De bedoeling van partijen om al dan niet een arbeidsovereenkomst te sluiten is niet relevant. Waar het om gaat is of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Die omschrijving houdt in dat: (1) de werknemer zich verbindt om arbeid te verrichten, (2) tegen loon, (3) in dienst van de werkgever en (4) gedurende een zekere tijd.
Aan de hand van de tussen partijen overeengekomen rechten en verplichtingen moet de rechter beoordelen of aan deze elementen is voldaan. Het Gerechtshof bespreekt deze 4 elementen – en (5) de overige omstandigheden - puntsgewijs.
Het Gerechtshof komt tot het oordeel dat de bezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst.
Het precieze oordeel luidt als volgt: “Alle omstandigheden bij elkaar genomen constateert het Hof dat slechts de aan de bezorgers ten aanzien van het verrichten van arbeid gegeven vrijheid een omstandigheid is die eerder wijst op de afwezigheid dan op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst. Alle overige elementen, waaronder de wijze van loonbetaling, het uitgeoefende gezag, de zekere tijd (met rechtsvermoeden), alsmede de genoemde overige omstandigheden wijzen meer op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst dan op de afwezigheid daarvan. De aan de bezorgers ten aanzien van het verrichten van arbeid gegeven vrijheid is bovendien niet onverenigbaar met de kwalificatie van de overeenkomst als arbeidsovereenkomst.”
Hiermee is de kous nog niet af. Deliveroo heeft aangegeven naar de Hoge Raad te gaan. Mijns inziens heeft het Gerechtshof zijn arrest duidelijk gemotiveerd. Wel kan men zich enigszins afvragen of daadwerkelijk is voldaan aan het eerste element – het zich verbinden om arbeid te verrichten - terwijl uit de uitspraak blijkt dat de bezorgers een grote mate van vrijheid hebben om zich aan te melden en om aangeboden ritten al dan niet te accepteren. Het woord is nu aan de Hoge Raad.
Indien u vragen heeft kunt u contact opnemen met Team Arbeidsrecht van TRC Advocaten.