Wanneer is een privaatrechtelijke belemmering evident?
Op 6 november 2024 deed de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) uitspraak (ECLI:NL:RVS:2024:4483) in een zaak die draaide om een bestemmingsplan dat onder meer voorziet in de legalisatie van een recreatiewoning. Het perceel waarop de recreatiewoning zich bevindt, wordt (onder meer) via een privéweg ontsloten naar de openbare weg. De eigenaar van de privéweg (een van de appellanten) is het daarmee niet eens.
Privaatrechtelijke belemmeringen
Een kernpunt in de zaak was de vraag of privaatrechtelijke belemmeringen het bestemmingsplan in de weg stonden. Een privaatrechtelijke belemmering ontstaat wanneer de uitvoering van een voorgenomen project in strijd komt met burgerlijk recht, bijvoorbeeld het eigendomsrecht. Als een dergelijke privaatrechtelijke belemmering een evident karakter heeft, kan dit onder omstandigheden door een bestuursrechter worden meegenomen bij de toetsing van een bestemmingsplan.
De casus
In deze zaak voerde de eigenaar van de privéweg (onder meer) aan dat zijn weg niet gebruikt mag worden door de eigenaar van de recreatiewoning, waardoor het bestemmingsplan volgens hem niet uitvoerbaar zou zijn. De eigenaar van de recreatiewoning stelde daarentegen dat door verjaring een erfdienstbaarheid was ontstaan voor het gebruik van de privéweg en beriep zich bovendien op de mogelijkheid van een noodweg (artikel 5:57 BW). Over deze kwestie liep nog een procedure bij de civiele rechter tussen de eigenaar van de privéweg en de eigenaar van de recreatiewoning.
Het is vaste rechtspraak dat een bestemmingsplan alleen in een bestuursrechtelijke procedure wordt tegengehouden als een privaatrechtelijke belemmering evident en onoverkomelijk is. Dit principe voorkomt dat de bestuursrechter een rol inneemt die is voorbehouden aan de burgerlijke rechter. Omdat er over de vraag of inmiddels een erfdienstbaarheid is ontstaan of een noodweg kan worden aangewezen nog een procedure bij de civiele rechter liep, oordeelde de Afdeling dat er geen sprake was van een evidente privaatrechtelijke belemmering.
Zo lang de civiele rechter niet heeft vastgesteld dat het gebruik van de weg door de eigenaar van de recreatiewoning juridisch onmogelijk is, kan dit niet worden gezien als een evidente privaatrechtelijke belemmering die een drempel vormt voor het vaststellen van een bestemmingsplan.
De Afdeling benadrukte bovendien dat de privéweg al lange tijd wordt gebruikt voor de ontsluiting van de recreatiewoning, waardoor een juridische belemmering niet zonder meer aannemelijk is. De mogelijke uitkomsten van de civiele procedure – zoals een bevestiging van verjaring of een aanwijzing van een noodweg – laten voldoende uitvoeringsruimte voor het bestemmingsplan.
Conclusie
Deze uitspraak laat zien dat privaatrechtelijke belemmeringen niet snel een blokkade vormen voor ruimtelijke plannen. Bestemmingsplannen kunnen worden vastgesteld zolang de uitvoerbaarheid daarvan niet evident in gevaar komt. Voor belanghebbenden is het daarom belangrijk om privaatrechtelijke argumenten goed te onderbouwen en niet uitsluitend te vertrouwen op een bestuursrechtelijke procedure.
Vragen?
Wilt u meer weten over de drempel van privaatrechtelijke belemmeringen in bestuursrechtelijke procedure? Neem dan contact op met een van onze specialisten.