Uitgelichte zaken

Is sluiting Saunaclub Yin Yang terecht?

Geschreven door Mark van den Hoff | Feb 13, 2024 8:50:50 AM

Eerder heb ik over saunaclub Yin Yang geschreven. Toen werd een exploitatievergunning geweigerd vanwege het bestaan van een ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten.

Deze uitspraak gaat over de mededeling van 6 februari 2019 van de burgemeester van Roermond dat zij op grond van artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) overgaat tot sluiting van saunaclub Yin Yang.

 

Drugs

 

De aanleiding voor de sluiting is een politieonderzoek op 26 november 2016 waarbij harddrugs en softdrugs werden aangetroffen. De burgemeester heeft kort daarna bij besluit van 23 februari 2017 besloten dat Yin Yang voor 12 maanden dicht moest.

Over dit besluit is doorgeprocedeerd tot en met de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: 'de Afdeling') die bij uitspraak van 16 januari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:113) heeft geoordeeld dat de burgemeester het pand voor 12 maanden mocht sluiten.

 

 

Sluiting 12 maanden

 

Vervolgens laat de burgemeester dus op 6 februari 2019 Yin Yang weten over te gaan tot uitvoering van het besluit van 23 februari 2017 en Yin Yang van 25 februari 2019 tot en met 24 februari 2020 te sluiten. Gedurende deze periode was de saunaclub ook daadwerkelijk gesloten.

 

 

Discussie over sluitingsmededeling

 

Ook over de sluitingsmededeling van 6 februari 2019 heeft Yin Yang tot in hoger beroep bij de Afdeling geprocedeerd. De discussie in die zaak was of de mededeling van 6 februari 2019 een besluit in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht is.  In de uitspraak van 8 december 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2756) heeft de Afdeling geoordeeld dat er sprake is van een besluit en de reactie van Yin Yang daarop moet worden aangemerkt als bezwaarschrift. De burgemeester heeft ten onrechte nagelaten op dit bezwaarschrift te beslissen en dat moet alsnog worden gedaan.

 

 

Reactie op bezwaarschrift

 

Dat doet de burgemeester op 23 maart 2022 en verklaart het bezwaar van Yin Yang ongegrond met de motivering dat het op 6 februari 2019 nog steeds noodzakelijk was om tot sluiting over te gaan. De overtreding van 26 november 2016 was ernstig en de maatregelen die Yin Yang heeft getroffen waren onvoldoende. Met de sluiting wil de burgemeester herhaling voorkomen. Hierbij is meegenomen dat bij een politiecontrole naar aanleiding van een aangifte van diefstal door Yin Yang  op 7 december 2017 opnieuw harddrugs werden aangetroffen.

 

 

Yin Yang in hoger beroep

 

In hoger beroep bestrijdt Yin Yang de noodzaak tot sluiting en voert aan dat de burgemeester niet heeft aangetoond dat het op 25 februari 2019 ondanks het tijdsverloop nog steeds noodzakelijk was om tot sluiting over te gaan. Verder wordt aangevoerd dat de harddrugs op 7 december 2017 werden aangetroffen in een afgesloten locker van een klant, die voor het eerst in de saunaclub was en de drugs voor diens eigen gebruik waren. Ten slotte stelt Yin Yang nog dat zich sinds december 2017 geen incidenten meer voor hebben gedaan.

In reactie hierop voert de burgemeester aan dat er sprake was van een overmachtssituatie, omdat het pand niet eerder kon worden gesloten vanwege vertragingen onder meer omdat Yin Yang een voorlopige voorziening heeft gevraagd en door de lange doorlooptijden bij de rechtbank en de Afdeling.

 

 

Beoordelingskader voor Damocles

 

In de recente uitspraak van 31 januari 2024 verwijst de Afdeling allereerst naar haar uitspraken van 28 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2912), 2 februari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:285) en 6 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1910) waarin het   beoordelingskader voor Damocles-zaken is uiteengezet.

 

 

Tijdsverloop

 

Vervolgens wordt onder verwijzing naar een uitspraak van 18 december 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:3033) overwogen dat tijdsverloop ertoe kan leiden dat sluiting van een pand redelijkerwijs niet meer zal bijdragen aan het bereiken van de doelen die met een sluiting worden gediend. Als een burgemeester een pand nog niet feitelijk heeft gesloten en daartoe alsnog wil overgaan, moet zij opnieuw een  beoordeling maken van de noodzaak van het alsnog sluiten als meer dan één jaar is verstreken sinds de datum dat de sluiting volgens het bestuursdwangbesluit in zou zijn gegaan.  De burgemeester dient te onderbouwen waarom het op de sluitingsdatum naar haar oordeel nog steeds gerechtvaardigd is dat de sluiting plaatsvindt en dat deze plaatsvindt voor de te bepalen sluitingsduur. De burgemeester dient daarbij in te gaan op de vraag waarom de doeleinden die de Opiumwet met sluiting beoogt te dienen nog steeds een sluiting rechtvaardigen.

 

De Afdeling oordeelt dat de burgemeester niet in een overmachtssituatie is geraakt. Hoewel zij geen invloed heeft op de lange doorlooptijden bij de rechterlijke colleges, maakt dat nog niet dat een dergelijke vertraging juist Yin Yang moet worden aangerekend. En dat Yin Yang gebruik heeft gemaakt van de haar toekomende rechtsmiddelen, valt niet als misbruik aan te merken.

 

Volgens de Afdeling heeft de burgemeester onvoldoende gemotiveerd dat de sluiting op 25 februari 2019 voor de duur van 12 maanden alsnog en nog steeds noodzakelijk was. Niet gebleken is dat de sluiting nodig was om de loop naar het pand eruit te halen, de bekendheid van de saunaclub als drugspand teniet te doen, herhaling te voorkomen en/of het signaal af te geven dat drugscriminaliteit niet wordt getolereerd.

 

 

Geen aanwijzingen voor drugshandel

 

Er zijn immers geen aanwijzingen dat er in de saunaclub na de overtreding van 26 november 2016 in of vanuit het pand drugs werden verhandeld. De politie en de burgemeester hebben ook geen controles laten uitvoeren toen Yin Yang  nog open was. De burgemeester kan ook niet worden gevolgd in de stelling dat uit de controles met speurhonden, die in opdracht van Yin Yang zelf hebben plaatsgevonden, de aanwezigheid van handelshoeveelheden drugs is gebleken. De honden van het bedrijf Snifferdogs hebben weliswaar meldingen gedaan, maar de directeur van Snifferdogs heeft schriftelijk verklaard dat dit restgeur is en niet betekent dat er drugs aanwezig waren.

 

Wat het toevallig aantreffen van harddrugs op 7 december 2017 betreft, blijkt uit de bestuurlijke rapportage dat de verdachte heeft verklaard dat de drugs zijn eigendom waren en voor eigen gebruik dienden. Op de zitting bij de Afdeling is gebleken dat de politie geen proces-verbaal van verhoor van verdachte heeft opgemaakt. Dit samenstel van feiten acht de Afdeling, ook in samenhang bezien met de overtreding van 26 november 2016, onvoldoende om sluiting op 25 februari 2019 nog  te rechtvaardigen. Het tijdsverloop, waarin er verder helemaal geen tekenen van drugshandel waren, is te groot. Hierbij heeft de Afdeling betrokken dat er tussen de gemeente en Yin Yang intensief overleg heeft plaatsgevonden over de maatregelen om de aanwezigheid van drugs in de saunaclub tegen te gaan en uit correspondentie juist de bereidheid van partijen blijkt om Yin Yang onder voorwaarden open te houden.

 

 

Conclusie

 

De Afdeling oordeelt dan ook dat het besluit van de burgemeester tot sluiting onevenredig is.

 

Yin Yang krijgt dus gelijk, maar is feitelijk wel een jaar ten onrechte dicht geweest. Nu er sprake is van een onrechtmatig besluit, komt Yin Yang in aanmerking voor vergoeding van de door haar als gevolg van de sluiting geleden schade, die door de gemeente zal moeten worden betaald.