De legitimaris en de 'redelijke termijn': legitimaris wees gewaarschuwd!
Kort gezegd is de legitieme portie dat deel van de nalatenschap waar een kind (legitimaris) altijd recht op heeft, ook wanneer dit kind is onterfd. Uitganspunt in de wet is dat op de legitieme portie tijdig aanspraak moet worden gemaakt (door de 'legitimaris').
Verval van het recht op de legitieme portie
De mogelijkheid om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt indien de legitimaris niet binnen een hem door een belanghebbende gestelde redelijke termijn, en uiterlijk vijf jaren na het overlijden van de erflater heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen (art. 4:85 BW). Deze termijnen kunnen niet worden verlengd en trekken dus harde grenzen om de legitieme portie.
Waar vijf jaar een ruime periode is waarbinnen de legitimaris in beginsel in alle rust zijn keuze kan maken, kan die periode dus ook worden ingeperkt door de legitimaris een 'redelijke termijn' te stellen. Dit op straffe van verval van het recht van de legitimaris op zijn legitieme portie!
In deze blog ga ik in op een casus die aan de orde was bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch inzake een aan een legitimaris gestelde redelijke termijn. Wat verstaat het gerechtshof nu precies onder een redelijke termijn?
Redelijke termijn
In de betreffende zaak had een erfgenaam een termijn van drie maanden gesteld aan zijn (impliciet) onterfde broer. De broer diende binnen drie maanden te laten weten of hij aanspraak wilde maken op zijn legitieme portie.
De broer reageert binnen de termijn doch vraagt slechts aanvullende informatie om de omvang van zijn legitieme portie te berekenen. Die informatie blijft uit. Vervolgens verstrijkt de termijn en maakt de broer kort daarna (ruim binnen de vervaltermijn van vijf jaar) alsnog aanspraak op zijn legitieme portie. De broer/erfgenaam stelt zich dan echter op het standpunt dat het recht om aanspraak te maken op de legitieme portie als gevolg van het verstrijken van de gestelde (redelijke) termijn is vervallen.
De wet bepaalt niet wat een redelijke termijn is. Het oordeel daarover is aan de rechtspraak overgelaten. Het gerechtshof stelt, dat de termijn van drie maanden in het erfrecht op diverse plaatsen in de wet voorkomt wanneer het gaat om de legitieme portie en daarom niet ongebruikelijk is. Ook vindt het gerechtshof een termijn van drie maanden 'in het algemeen ruim voldoende' om een keuze te kunnen maken of al dan niet aanspraak wordt gemaakt op de legitieme portie. Dat de broer nog geen zicht had op de precieze omvang van de legitieme portie vindt het gerechtshof in elk geval geen reden om aan te nemen dat de gestelde termijn te kort was.
In navolging van de rechtbank oordeelt het gerechtshof dat de termijn van drie maanden in casu een redelijke termijn was en dat het recht van de broer om aanspraak te maken op zijn legitieme portie daarom is vervallen!
Omstandigheden van het geval
Hoewel de uitkomst van deze procedure op het eerste gezicht wat onredelijk lijkt, kan de uitspraak worden verklaard door het gegeven dat de broer was onterfd. Omdat de broer was onterfd had hij immers feitelijk geen andere keus dan om een beroep te doen op zijn legitieme portie. Ook al was de omvang van de legitieme portie dan nog niet duidelijk, dit maakte niet dat de broer daardoor geen aanspraak zou kunnen maken op de legitieme portie. De broer zou, zo redeneerde het gerechtshof, door aanspraak te maken op zijn legitieme portie zonder de omvang daarvan vooraf te kennen namelijk geen enkel nadeel hebben ondervonden.
De niet onterfde legitimaris heeft in tegenstelling tot de onterfde legitimaris wel een keuze: erven of een (aanvullende) beroep op de legitieme portie. Dit kan, afhankelijk van de omstandigheden, tot gevolg hebben dat in een dergelijk geval een termijn van drie maanden niet redelijk is en daardoor het recht om aanspraak te maken op de legitieme portie niet vervalt door het verstrijken van een gestelde termijn. In dit geval dient de legitimaris immers een vergelijking te kunnen maken tussen erven of (aanvullend) aanspraak maken op de legitieme portie.
Conclusie
Bent u erfgenaam en hebt u te maken met een legitimaris, dan kan door het stellen van een redelijke termijn snel(ler) duidelijkheid worden verkregen over de positie van de legitimaris en de vraag of bij de afwikkeling van de nalatenschap rekening moet worden gehouden met de legitieme portie. Bent u zelf legitimaris, wees u dan bedacht op de gevolgen die zijn verbonden aan het verstrijken van de (redelijke) termijn. Die gevolgen zijn onomkeerbaar!
Bent u legitimaris en is u een termijn gesteld of wilt u zelf een termijn stellen aan een legitimaris, neemt u dan contact op met één van onze erfrechtspecialisten. Zij kunnen u op basis van de concrete situatie snel van een deskundig en duidelijk advies voorzien.