Genade voor recht, een burenruzie in het bestuursrecht

In deze zaak woont een hoogbejaard echtpaar sinds 1992 in een veldschuur die in 1956 zonder een vergunning is gebouwd. In het voorheen geldende bestemmingsplan was de veldschuur bestemd als een noodwoning. In het bestemmingsplan “Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied” is voor het echtpaar een persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen, hetgeen betekent dat zij legale bewoners zijn.

Maar omdat de veldschuur illegaal is, er is immers nooit een bouwvergunning verleend, vraagt de buurman het college van burgemeester en wethouders van Deurne om handhavend  op te treden.

 

Omgevingsvergunning verleend

Omdat bij handhaving altijd moet worden gekeken of legalisatie mogelijk is, werd hier door de bewoners van de veldschuur een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen  aangevraagd, die door het college wordt verleend. De buurman is het hier niet mee eens en er wordt geprocedeerd tot en met de Afdeling. Die bevestigt de uitspraak van de rechtbank omdat weliswaar een omgevingsvergunning is aangevraagd voor het bouwen van een veldschuur maar uit het aanvraagformulier en de bijbehorende tekeningen blijkt dat het gebouw geschikt zal zijn voor bewoning. Dat is echter niet toegestaan en heeft het college de omgevingsvergunning in strijd met het bestemmingsplan verleend, aldus de Afdeling.

 

Wijzigen bouwtekeningen

Hierna wijzigen de bewoners van de veldschuur de aanvraag en de bijbehorende bouwtekeningen: de woonvoorzieningen en de vlizotrap naar de zolder worden uit de bouwtekeningen verwijderd. Het college gaat hierin mee en verklaart het bezwaar van de buurman opnieuw ongegrond en laat de omgevingsvergunning in stand. De buurman is het er opnieuw niet mee eens en gaat in beroep bij de rechtbank, die oordeelt dat het beoogde gebruik van de veldschuur wonen is en het college om die reden de omgevingsvergunning vanwege strijd met het bestemmingsplan had moeten weigeren.

Hierop gaan zowel het college als de buurman in hoger beroep bij de Afdeling. Daar voert het  college aan dat binnen de bestemming “Agrarisch-3” alleen een veldschuur kan worden vergund. En door hiervoor een omgevingsvergunning te verlenen kunnen de huidige bewoners daar blijven wonen op grond van het persoonsgebonden overgangsrecht. Op het moment dat dit persoonsgebonden overgangsrecht eindigt, mag de veldschuur niet meer worden gebruikt voor wonen. De Afdeling gaat hier niet in mee en volgt de rechtbank in haar oordeel dat de beoogde bestemming in strijd is met het bestemmingsplan en verklaart het hoger beroep van het college ongegrond.

Dan is er nog het hoger beroep van de buurman, dat wordt gegrond verklaard omdat het college niet heeft onderkend dat naast een omgevingsvergunning voor bouwen ook een omgevingsvergunning voor strijdig gebruik had moeten worden aangevraagd en is dat niet gebeurd.

Maar dan gebeurt er iets bijzonders.

 

Omgevingsvergunning houdt stand

Allereerst besluit de Afdeling de rechtsgevolgen van de beslissing op bezwaar, die is genomen naar aanleiding van de gewijzigde aanvraag, in stand te laten. Dit betekent dus dat de omgevingsvergunning voor bouwen toch overeind blijft.

Vervolgens legt de Afdeling uit dat de veldschuur juridisch gezien een illegaal bouwwerk is en daartegen handhavend kan worden opgetreden. En als de buurman het college zou vragen dat te doen, moet daarop een gemotiveerd besluit worden genomen. Hierbij zal moeten worden bezien of aan de beginselplicht tot handhaving- gelet op de voorgeschiedenis en de bijzondere omstandigheden van het geval- in de weg staat dat handhaving tot zodanige onevenredige gevolgen voor de huidige bewoners leidt dat van handhaving moet worden afgezien, waarbij de Afdeling als voorbeeld verwijst naar haar uitspraak van 10 juli 2019. In die uitspraak oordeelde de Afdeling dat op grond van de zich voordoende bijzondere omstandigheden van handhavend optreden moest worden afgezien. Hiermee loopt de Afdeling vast vooruit op de uitkomst van  het handhavingsverzoek. Mijn inschatting is dat als de Afdeling hierover zal moeten oordelen, er korte metten zullen worden gemaakt met dat verzoek.

 

Beëindigen langlopende burenruzie

Tenslotte roept de Afdeling partijen op om in overleg of via mediation een einde te maken aan hun geschil waarbij van het college wordt verwacht een initiërende en regisserende rol op zich te nemen.

Niet alleen doet de Afdeling hier een uitspraak die recht doet aan de situatie, maar wordt ook geprobeerd een handhavingsverzoek te voorkomen en een langlopende burenruzie te beëindigen. Het hoogbejaarde echtpaar mag (in ieder geval voorlopig) de bewoning voortzetten. Een knap staaltje finale geschilbeslechting door de Afdeling!

 

Mark van den Hoff

Mark van den Hoff

4 mei 2022

Mark van den Hoff

Arrow

HEEFT U VRAGEN OF BENT U OP ZOEK NAAR JURIDISCH ADVIES?

Laat hieronder uw gegevens achter en geef aan wat uw vraag is. U wordt dan zo spoedig mogelijk geholpen door een van onze specialisten.

trc-advocaten-website016

Speciaal voor ondernemers en de mens erachter

Samenwerken; niet vóór u maar mét u

Eerlijk advies van onze specialisten