Leges; hoe zit dat ook alweer?
Uit de praktijk blijkt dat er vaak onduidelijkheid heerst over de verschuldigde leges bij de aanvraag om een omgevingsvergunning. In dit artikel komen alle veelvuldig voorgelegde onderwerpen aan de orde, zoals: wat zijn leges, wanneer ben je leges verschuldigd en hoe maak je bezwaar.
Wat zijn leges?
Leges is een vorm van belasting voor de door het gemeentebestuur verstrekte diensten. In de Legesverordening van de gemeente is bepaald voor welke diensten leges verschuldigd zijn en wat het tarief daarvoor is. De Legesverordening wordt in beginsel jaarlijks herzien, dus het is van belang na te gaan of de Legesverordening die is gehanteerd, ziet op het jaar waarin de aanvraag omgevingsvergunning is ingediend.
Wanneer ben je leges verschuldigd?
In de meeste Legesverordeningen is bepaald dat leges verschuldigd zijn vanaf het moment van het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Dit betekent dat zodra een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend, de heffingsambtenaar een aanslag leges mag opleggen.
Bezwaar maken
Indien u het niet eens bent met de leges, kunt u bezwaar maken tegen de aanslag. Zorg ervoor dat het bezwaar tijdig wordt ingediend. In de regel is dit binnen zes weken na dagtekening van de aanslag. Maar let op: ook al maakt u bezwaar tegen de leges, u moet de aanslag toch voldoen. De betalingsverplichting wordt namelijk niet opgeschort door de indiening van een bezwaarschrift.
Over welke kosten worden leges geheven?
In de meeste Legesverordeningen is bepaald dat de leges worden geheven over de bouwkosten. Hierbij worden de bouwkosten omschreven als de aannemingssom exclusief omzetbelasting, onder verwijzing naar de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989). Als er nog geen aanneemsom bekend is, zal een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, moeten worden gegeven. Ontbreekt deze raming, dan zal de heffingsambtenaar een schatting maken, die vaak (te) hoog uitvalt.
De heffingsmaatstaf voor de leges dus zijn de bouwkosten. Er wordt gekeken naar de bouwkosten voor het gehele bouwproject, zoals opgegeven in de vergunningaanvraag, inclusief de niet-vergunningplichtige delen.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt vervolgens gebaseerd op het volgende: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft, zoals de bouwactiviteiten, sloopactiviteiten, onderzoekskosten.
Verhouding leges tot kosten
Een veel gehoord argument is dat de hoogte van de leges niet in verhouding staat tot de voor de gemeente gemoeide kosten van het behandelen van de vergunningsaanvraag. Er hoeft echter geen rechtstreeks verband te bestaan tussen de hoogte van de leges en de omvang van de verstrekte dienst. Bij het vaststellen van de legestarieven voor de groepen van diensten is de gemeente in beginsel vrij. Er bestaat geen rechtsplicht om voor de bouwleges afzonderlijk een tarieflimiet te hanteren.
Dit betekent overigens niet dat er geen enkele toetsing kan plaatsvinden. De gemeente is gebonden aan de zogeheten opbrengstlimiet. Bij de toetsing aan de opbrengstlimiet gaat het niet om het kostendekkingspercentage per dienst of groep van diensten, maar om de baten en de lasten van alle diensten die in een verordening zijn geregeld. De geraamde legesopbrengsten van alle diensten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten van die diensten. Als van overschrijding wel sprake is, kan de Legesverordening onverbindend worden verklaard, waardoor de gemeente geen leges meer kan vorderen.
Omgevingsvergunning niet gebruikt
Daarnaast is het van belang de Legesverordening na te lopen indien u besluit een project waarvoor een omgevingsvergunning is verleend niet uit te voeren. In veel Legesverordeningen is namelijk bepaald dat - binnen een in de verordening bepaalde periode - een gedeeltelijke teruggaaf van leges kan plaatsvinden indien de vergunning wordt ingetrokken.
Omgevingswet
Door de inwerkingtreding van de Omgevingswet (gepland op 1 januari 2024) zal er veel veranderen. Het principe van legesheffing bij een aanvraag om een omgevingsvergunning verandert niet. Toch gaan er een aantal zaken wel veranderen onder de werking van de Omgevingswet die gevolgen hebben voor de legesheffing.
Een voorbeeld hiervan is de 'knip' in de omgevingsvergunning voor bouwinitiatieven. Onder de Omgevingswet wordt het bouwen van een bouwwerk gescheiden in een (bouw)technisch deel en in een ruimtelijk deel (omgevingsplanactiviteit). De bouwtechnische toets en de ruimtelijke toets (aan het omgevingsplan) worden dus losgehaald. Het gevolg is dat gemeenten voor bepaalde bouwwerken (vooralsnog gevolgklasse 1) geen bouwtechnische toets meer uitvoeren en daarover dus ook geen leges meer kunnen heffen.
Ook zullen een aantal activiteiten vergunningvrij worden of worden omgezet in een melding waarvoor geen leges kunnen worden geheven.
Het wegvallen van activiteiten waarvoor leges kunnen worden geheven, heeft gevolgen voor de legesopbrengsten van gemeenten. Dat kan zich weer vertalen in hogere tarieven voor de activiteiten die gemeenten nog wel toetsen teneinde de kosten te kunnen dekken.
De Omgevingswet heeft dus gevolgen voor de opzet en de inhoud van de legesverordeningen van de gemeenten. De hoogte van de verschuldigde leges kunnen daarmee wezenlijk anders worden onder de werking van de Omgevingswet.
Vragen?
Heeft u vragen over een legesaanslag, neemt u dan contact op met een van onze specialisten.