Wordt permanente bewoning van recreatiewoningen toegestaan?
Permanent wonen in een recreatiewoning wordt mogelijk vaker toegestaan. Op dit moment wordt de wetgeving aangepast, zodat het voor gemeenten makkelijker wordt om toestemming voor permanente bewoning van een recreatiewoning te geven. In dit artikel meer over deze wetswijziging.
Alleen voor bestaande recreatiewoningen
De aanstaande regeling is enkel bedoeld voor reeds bestaande recreatiewoningen. De recreatiewoning dient, om voor permanente bewoning in aanmerking te komen, namelijk vóór 1 januari 2019 te zijn gebouwd. De voorliggende wijziging heeft niet tot gevolg dat elke recreatiewoning permanent bewoond mag worden. Er zullen diverse uitzonderingen gelden.
De bevoegdheid om permanente bewoning van een recreatiewoning toe te staan, komt bij de gemeenten te liggen. Dit betekent dat per gemeente kan verschillen of permanente bewoning van recreatiewoningen is toegestaan.
Meer rechtszekerheid voor de duur van de vergunning
Permanente bewoning van een recreatiewoning is niet nieuw. Gemeenten hebben nu ook al de mogelijkheid om een vergunning voor permanente bewoning te verlenen. Deze vergunning is echter wel persoonsgebonden; een nieuwe bewoner kan geen rechten ontlenen aan deze vergunning. Bovendien geldt hierbij de voorwaarde dat de bewoner moet kunnen aantonen dat hij de recreatiewoning voor 31 oktober 2003 als meerderjarige bewoonde. Hierdoor komen weinig mensen voor deze vergunning in aanmerking.
De gemeente kan daarnaast een persoonsgebonden gedoogbeschikking, waarin wordt aangegeven niet te zullen handhaven op de niet-toegestane bewoning van de recreatiewoning, verlenen. Deze gedoogbeschikking kan alleen in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden worden toegepast. Dit biedt dan ook weinig rechtszekerheid voor bewoners. Met de nieuwe wetgeving ontstaat meer rechtszekerheid voor de duur van de vergunning, is de gedachte van de wetgever.
Objectgebonden vergunning
Als de voorliggende wijziging wordt ingevoerd krijgt de gemeente de mogelijkheid om een objectgebonden vergunning te verlenen. Deze vergunning is niet aan de persoon, maar aan de recreatiewoning verbonden. Dit betekent dat de vergunning over kan gaan op een koper als de recreatiewoning wordt verkocht. De vergunning is niet gebonden aan de bewoner.
In beginsel geldt de vergunning alleen gedurende de termijn dat degene aan wie de vergunning is verleend, de recreatiewoning permanent bewoont. Die termijn kan door de gemeente worden verlengd voor de duur dat een nieuwe bewoner de recreatiewoning permanent bewoont. Dit aangezien het een vergunning betreft die gebonden is aan de recreatiewoning. De vergunning gaat in dat geval over op de nieuwe bewoner. Het is vervolgens aan de gemeente om te bepalen of de termijn van de vergunning wordt verlengd en overgaat op de nieuwe bewoner.
Meer informatie
Bent u de eigenaar van een recreatiewoning en heeft u vragen over de gevolgen van de voorliggende wijziging? Of bent u een makelaar, gemeente of eigenaar van een recreatiepark die geïnformeerd wil worden over deze regeling? Dan kunt u zich daarvoor wenden tot de advocaten van de sectie Bouw en Vastgoed van TRC Advocaten.