Turboliquidatie? Of toch niet?
In toenemende mate zie je dat een ondernemer die tot een beëindiging van zijn vennootschap wil komen, al dan niet ingegeven door financiële problemen, gebruik maakt van het instrument van de turboliquidatie. Niet altijd is dat de meest voor de hand liggende weg. Integendeel, u loopt daarmee risico’s indien achteraf blijkt dat u niet voldeed aan de voorwaarden voor een turboliquidatie. Van belang is dus om u vooraf te verdiepen in de voorwaarden om dit instrument te kunnen toepassen.
Procedures omzeilen
Met een turboliquidatie omzeilt u de procedures die gelden voor een gewone liquidatie en ontbinding van een vennootschap. Die zijn namelijk als volgt. De vennootschap wordt ontbonden door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders. Er dient na het ontbindingsbesluit een liquidatiebalans te worden opgemaakt, waaruit blijkt wat de bezittingen van de vennootschap nog zijn en wat de bekende vennootschapsschulden zijn. De bezittingen worden verkocht, vorderingen geïncasseerd en uit de opbrengst worden de bekende vennootschapsschulden voldaan. Een dergelijke vereffening geschiedt door de benoemde vereffenaar. Veelal is dat de bestuurder. Die legt de wijze van vereffening vast in een rekening en verantwoording. Deze stukken dienen te worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel, die daar vervolgens ter inzage voor iedereen blijven liggen gedurende twee maanden. Van die deponering dient publicatie te worden gedaan in een landelijk dagblad, zodat daartegen bezwaar kan worden gemaakt door, bijvoorbeeld, schuldeisers.
Turboliquidatie
In geval van een turboliquidatie gelden deze voorschriften niet. Omdat er geen baten van de vennootschap meer zijn, vindt geen vereffening plaats en hoeft geen vereffenaar te worden benoemd. Er vindt geen ter inzageligging bij de Kamer van Koophandel plaats en evenmin geldt er een bezwaartermijn. Volstaan wordt met een ontbindingsbesluit van de vergadering van aandeelhouders, waarna uitschrijving van de vennootschap plaatsvindt in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Derhalve, een aanzienlijk kortere route.
Maar wat als dit niet de juiste route was?
Niet altijd is echter even duidelijk of geen sprake meer is van baten van de vennootschap. Indien na een turboliquidatie toch nog baten aanwezig blijken te zijn, is de vennootschap niet ontbonden doch blijft deze voortbestaan met alle risico’s van dien. Verder zien we vaak dat het middel van de turboliquidatie wordt toegepast, terwijl er onvoldoende baten zijn om alle vennootschapsschulden te voldoen. In dat geval vissen dus schuldeisers achter het net en rest de vraag of niet een andere weg gevolgd had moeten worden om te komen tot beëindiging, bijvoorbeeld middels een faillissement of een WHOA-regeling.
Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie
De turboliquidatie is dus onder omstandigheden een bruikbaar instrument doch alleen in kundige handen. Misbruik ligt namelijk op de loer. Om dergelijk misbruik te voorkomen ligt bij de Tweede Kamer thans het wetvoorstel Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie. Middels dit wetsvoorstel wordt beoogd misbruik tegen te gaan door een transparantere procedure voor te schrijven voor ontbinding van vennootschappen. De ondernemer die zijn vennootschap wil beëindigen zal na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel in ieder geval een aantal stukken openbaar moeten maken, zoals liquidatiebalans en de staat van baten en lasten.
Ook komt er een inzageregeling voor betrokken schuldeisers. Op deze wijze hoopt men misbruik te ontmoedigen.
Na inwerkingtreding geldt de nieuwe turboliquidatiewetgeving voor een tijdelijke periode van twee jaar. In die tijd zal worden geëvalueerd of de maatregelen al dan niet effectief zijn zonder de administratieve last voor ondernemers onnodig te vergroten.
Laat u goed adviseren
TRC Advocaten kan u adviseren of een turboliquidatie al dan niet de aangewezen weg is. Neem contact op met Corné Uitdehaag, Jeroen Hellendoorn of Michael Filemon indien u hierover graag wilt worden bijgepraat.