Turboliquidatie of faillissement? Rechter bepaalt grenzen van bestuurdersaansprakelijkheid

In een recente uitspraak heeft de rechtbank duidelijkheid verschaft over de juridische grenzen bij het beëindigen van een onderneming door middel van turboliquidatie. Het geschil draaide om de vraag of bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld wanneer zij een vennootschap liquideren zonder faillissement aan te vragen. Deze zaak biedt interessante inzichten voor ondernemers, schuldeisers en juridische professionals die te maken hebben met het beëindigen van een onderneming in financieel zwaar weer.

 

De casus

De zaak betrof een geschil tussen DPF c.s., de verhuurders van een pand, en Casako c.s., de bestuurders van Vonkels, een horecagelegenheid die in 2021 een huurovereenkomst had gesloten voor het pand. Eind 2022 besloten de bestuurders de activiteiten van Vonkels te beëindigen vanwege tegenvallende resultaten en een gebrek aan kopers voor de onderneming. In november 2023 werd Vonkels via een turboliquidatie ontbonden en opgeheven, omdat er volgens de bestuurders geen baten meer waren.

DPF c.s. stelden echter dat Casako c.s. onrechtmatig hadden gehandeld door geen faillissement aan te vragen, ondanks de aanzienlijke schuldenlast van de vennootschap. Volgens DPF c.s. hadden de bestuurders met een faillissement de rechten van de schuldeisers beter kunnen waarborgen door de aanstelling van een curator. DPF c.s. vorderde daarom schadevergoeding van Casako c.s. op grond van bestuurdersaansprakelijkheid.

 

Bestuurdersaansprakelijkheid en turboliquidatie

In Nederland biedt de wet bestuurders van een vennootschap twee opties om een onderneming te beëindigen: faillissement of turboliquidatie. Bij een turboliquidatie kan een vennootschap snel worden opgeheven zonder vereffening als er geen baten zijn. Dit proces is relatief eenvoudig en goedkoop, maar heeft als nadeel dat schuldeisers vaak met lege handen achterblijven, zonder dat controle heeft plaatsgevonden wat met de baten van de vennootschap is gebeurd.

Dat laatste wordt sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wel enigszins ondervangen, maar slechts in beperkte mate.
In dit geval betoogden DPF c.s. dat Casako c.s. onrechtmatig hadden gehandeld door de turboliquidatie, omdat de bestuurders de wettelijke verplichting hadden om faillissement aan te vragen. Casako c.s. voerden echter aan dat de turboliquidatie gerechtvaardigd was omdat er geen baten meer waren en dat zij de resterende middelen eerlijk over de schuldeisers hadden verdeeld.

 

De uitspraak

De rechtbank oordeelde dat turboliquidatie op zichzelf geen grond vormt voor persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders, tenzij de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank benadrukte dat bestuurders de vrijheid hebben om te kiezen voor turboliquidatie als er geen baten meer zijn, zelfs als er nog schulden zijn. De bestuurders van Vonkels hadden de inventaris verkocht en de opbrengst pondsgewijs verdeeld onder de schuldeisers, waarbij geen sprake was van selectieve betalingen of bevoordeling van gelieerde partijen.

De rechtbank volgde het argument van DPF c.s. niet dat er een wettelijke verplichting bestond om faillissement aan te vragen. De keuze voor turboliquidatie viel binnen de beleidsvrijheid van de bestuurders en er waren geen aanwijzingen dat de bestuurders onrechtmatig hadden gehandeld door schuldeisers onbetaald te laten. De vorderingen van DPF c.s. werden daarom afgewezen.

 

Wat betekent dit voor bestuurders?

Deze uitspraak onderstreept dat bestuurders zorgvuldig moeten handelen bij het beëindigen van een onderneming, maar dat turboliquidatie een legitieme optie blijft wanneer er geen baten meer zijn. Het is belangrijk dat bestuurders transparant zijn richting schuldeisers en dat zij een redelijke en eerlijke verdeling van de resterende middelen nastreven. Persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders komt pas in beeld als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, zoals selectieve betalingen aan gelieerde partijen of onttrekkingen die niet te rechtvaardigen zijn.

 

Conclusie

De uitspraak laat zien dat de juridische ruimte voor turboliquidatie groot is, mits bestuurders zorgvuldig en eerlijk handelen. Faillissement is niet altijd verplicht en turboliquidatie kan een geschikte oplossing zijn als er geen baten zijn. Deze uitspraak biedt waardevolle lessen voor bestuurders die voor moeilijke keuzes staan bij de beëindiging van hun onderneming en voor schuldeisers die hun belangen willen beschermen.

 

Vragen? 

Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid, turboliquidatie of faillissement? Neem dan contact met TRC Advocaten op voor advies en begeleiding bij deze complexe materie.


Corné Uitdehaag

Corné Uitdehaag

31 oktober 2024

Corné Uitdehaag

Arrow

HEEFT U VRAGEN OF BENT U OP ZOEK NAAR JURIDISCH ADVIES?

Laat hieronder uw gegevens achter en geef aan wat uw vraag is. U wordt dan zo spoedig mogelijk geholpen door een van onze specialisten.

trc-advocaten-website016

Speciaal voor ondernemers en de mens erachter

Samenwerken; niet vóór u maar mét u

Eerlijk advies van onze specialisten