Raad van State vernietigt een van rechtswege verleende omgevingsvergunning
De eigenaar van een woning in de Eindhovense wijk Woensel-Noord vraagt een omgevingsvergunning aan voor het legaliseren van illegale kamerverhuur, in totaal zeven wooneenheden. De gemeente laat de aanvraag te lang liggen en hiermee is de omgevingsvergunning van rechtswege verleend. De aanvraag is hierdoor niet inhoudelijke beoordeeld.
Bezwaar omwonenden
Een aantal omwonenden laat het er niet bij zitten en maakt bezwaar. Hierdoor kan de aanvraag alsnog inhoudelijk worden getoetst. De uitkomst van het bezwaar is dat de omgevingsvergunning wordt ingetrokken. De gebiedscoördinator heeft negatief geadviseerd omdat het veiligheidsgevoel in de buurt is afgenomen door de woonsituatie in de woning. Er zijn ook klachten over geluidsoverlast en de verhoogde parkeerdruk. Mede door het grote aantal wooneenheden leidt dit volgens het college bij een volledige bezetting tot een ongeoorloofde inbreuk op het woon- en leefmilieu in de wijk. Verder zijn vier kamers kleiner dan 10 m2 en dat is in strijd met de “Beleidsregels omgevingsrecht 2018”.
Eigenaar in hoger beroep
In beroep blijft de intrekking van de omgevingsvergunning overeind en gaat de eigenaar in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij beklaagt zich erover dat de rechtbank er ten onrechte vanuit is gegaan dat niet alle kamers aan de vereiste afmetingen voldoen. Uit metingen die hij heeft laten doen is gebleken dat vier kamers een oppervalakte van meer 10 m2 hebben. Volgens de eigenaar heeft de rechtbank dat ten onrechte niet in de beoordeling betrokken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanvraag om een omgevingsvergunning dient te worden beoordeeld aan de hand van de tekeningen die bij de aanvraag zijn ingediend. Uit deze tekeningen blijkt dat vier kamers te klein zijn en dus niet aan het beleid voldoen. En omdat de nieuwe tekening met afmetingen geen schaalaanduiding heeft, kan niet worden vastgesteld of de opgegeven maatvoering juist is.
Leefbaarheidsadvies
Verder heeft de eigenaar in hoger beroep aangevoerd dat het leefbaarheidsadvies op het moment van de beslissing op bezwaar 19,5 maand oud was. Volgens de rechtbank betekent dit niet dat het college daar geen gebruik van heeft mogen maken omdat het leefbaarheidsadvies in bezwaar aan de orde is geweest en de omwonenden de resultaten van het onderzoek hebben bevestigd.
In hoger beroep is het leefbaarheidsadvies geactualiseerd en blijkt daaruit dat de omwonenden nog steeds overlast ondervinden als gevolg van de woonsituatie in de woning.
De uitspraak
De Afdeling volgt hier dus de rechtbank en merkt nog op dat hetgeen de eigenaar in hoger beroep heeft aangevoerd een herhaling van zetten is en de rechtbank daarop gemotiveerd is ingegaan.
Uit deze uitspraak blijkt maar weer eens dat een vergunning van rechtswege geen zekerheidje is.