Eind goed, al goed voor Eindhovense woontorens?
Deze uitspraak van 11 oktober jl. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is een einduitspraak naar aanleiding van een tussenuitspraak van 5 april jl. waarover ik eerder op 13 april jl. heb geschreven.
Motiveringsgebrek
De Afdeling constateerde toen een motiveringsgebrek in het bestemmingsplan ‘Lichthoven fase 1 (kavels C en D). Dit bestemmingsplan maakt in het Stationskwartier van Eindhoven twee woontorens van maximaal 28 respectievelijk 75 m hoog mogelijk en in beide gebouwen zijn maximaal 242 woningen en maximaal 100.000 m2 voor kantoren voorzien. Onder de gebouwen komt een parkeergarage met een capaciteit van 183 parkeerplaatsen.
Volgens de Afdeling was in de planregels onvoldoende geborgd dat er bij de realisatie van het plan de benodigde voorzieningen worden getroffen die de effecten van het plan op hittestress zodanig afvlakken dat er geen sprake is van een onaanvaardbare toename van hittestress.
Bestuurlijke lus
In de tussenuitspraak kreeg de gemeenteraad van de Afdeling door middel van de zogenaamde bestuurlijke lus (artikel 8:51d Algemene wet bestuursrecht) de opdracht om het motiveringsgebrek te herstellen en heeft de gemeenteraad daar gebruik van gemaakt. In de uitspraak van 11 oktober jl. is dus aan de orde of de gemeenteraad het motiveringsgebrek op juiste wijze heeft hersteld.
Hittestress voorkomen
De gemeenteraad heeft een advies- en ingenieursbureau gevraagd om te specificeren welke groenvoorzieningen moeten worden aangebracht om hittestress te voorkomen. Dit bureau heeft aangegeven welke ontwerprichtlijnen relevant zijn voor de inrichting van het plangebied. Uit deze ontwerprichtlijnen komt naar voren dat voor de omgeving rondom het station een toename van de vegetatie van 14% naar 33% ervoor zorgt dat de luchttemperatuur en het aantal warme nachten gelijk blijft en de hittestress dus niet zal toenemen. Feitelijk gaat het om 20 bomen die moeten zorgen voor schaduw voor personen die op dat moment in het plangebied verblijven.
Groenvoorzieningen realiseren
Vervolgens heeft de gemeenteraad in de planregels vastgelegd dat de benodigde groenvoorzieningen ook moeten worden gerealiseerd. De gemeenteraad heeft hiertoe in het plan opgenomen dat de gebouwen en gronden binnen het plangebied alleen maar mogen worden gebruikt als binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor de bouw van de woontorens een concreet inrichtingsplan, dat voldoet aan de ontwerprichtlijnen, wordt uitgevoerd en duurzaam in stand wordt gehouden.
Inrichtingsplan
Door omwonenden, die het hoger beroep hebben ingesteld, wordt hiertegen ingebracht dat er geen concreet inrichtingsplan is opgesteld, hetgeen volgens hen betekent dat er geen omgevingsvergunning kan worden afgegeven voordat er een concreet inrichtingsplan van toepassing is. Verder is volgens de omwonenden het plangebied ook te klein en zijn de woontorens te groot om 20 bomen te plaatsen en in stand te houden.
De Afdeling oordeelt dat ondanks dat er geen concreet inrichtingsplan is opgesteld, op andere wijze is geborgd dat er sprake is van een aanvaardbare hittestress, en in het verlengde daarvan, een goede ruimtelijke ordening.
En omdat de gebouwen en de gronden alleen maar mogen worden gebruikt als aan de voorwaarde dat de benodigde groenvoorzieningen worden gerealiseerd is voldaan, betekent dit dat, indien dit niet het geval is, het gebruik van de gebouwen in strijd is met het bestemmingsplan en daartegen handhavend kan worden opgetreden.
Conclusie
De Afdeling is dus van oordeel dat de gemeenteraad heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak en haalt het bestemmingsplan ‘Lichthoven fase 1 (kavels C en D) de eindstreep. Groen licht voor de woontorens!